
Creatief construeren in een minor
Arlinde Daanen omschrijft zichzelf als een meisje dat vroeger altijd veel met LEGO aan het bouwen was. Op de middelbare school ontdekte ze dat ze veel interesse kreeg in bouwkunde en techniek. Ze ging daarom na de havo naar de HAN, University of Applied Sciences om Bouwkunde te studeren.
‘Als je dan écht de diepte in wil en ingewikkelde dingen wilt doen, kies je voor zo’n minor als deze. Dan leer je wat er komt kijken bij een megaproject als een boogbrug van 300 meter. Het is de combinatie van bouwkunde en civiele techniek, die me daarbij zo aanspreekt’, verklaart Arlinde Daanen.
Aanpak van een project
Ze schetst enthousiast wat er allemaal komt kijken bij zo’n project: ‘Hoe pak je het aan, hoe bepaal je de volgorde van het ontwerpen, welke materialen ga je gebruiken en hoe ga je deze toepassen, welke krachten werken op de brug en hoe ga je om met de krachtenverdelingen, hoe ga je de onderdelen op elkaar aansluiten, hoe bepaal je de fundering van de steunpunten, enzovoorts.’
Vanuit ingenieursbureau ABT in Velp werden de studenten begeleid door Niek Pouwels, specialist civiele techniek, en ook zelf oud-deelnemer aan deze minor. ‘We hebben hier bij ABT een vleugel in het gebouw waar de studenten hun ontwerpen kunnen maken en ze ook presenteren aan de groep en aan collega’s van ABT’, vertelt hij.
Minor Creatief Construeren
De minor Creatief Construeren duurt een half jaar en kan in het vierde jaar van de opleiding Bouwkunde of Civiele Techniek worden gevolgd. Ook studenten van andere hogescholen en verwante opleidingen kunnen inschrijven op deze minor. Studenten bedenken zelf een groot en complex project en werken de constructie hiervan uit in groepen van circa zes studenten. Elk jaar schrijven zo’n 25 studenten van hogescholen zich in voor de minor Creatief Construeren.
Eerst handmatig schetsen
De mensen van ABT begeleiden de studenten bij hun denk- en ontwerpprocessen. ‘Het is namelijk heel belangrijk dat je inzicht krijgt in de krachtswerking van een constructie. Dat betekent dat je met schetsen en handberekeningen eerst een gevoel moet krijgen hoe de constructie zich gedraagt’, vertelt Niek Pouwels.
‘Vervolgens kun je met computermodellen je inzicht en verwachting controleren. Door eerst zelf te schetsen krijg je inzicht in verhoudingen, sterktes, de werking et cetera. Hierdoor krijg je grip op je ontwerp en kun je een veilige constructie ontwerpen, want dat is natuurlijk de eerste vereiste.’
Aansprekende ontwerpen
‘Je ziet de laatste jaren steeds meer creatieve en mooie, esthetisch aantrekkelijke ontwerpen van gebouwen, viaducten en bruggen. Uitstraling en esthetiek nemen een steeds grotere plek in, in het ontwerpproces’, constateert Niek Pouwels.
Daarnaast moet een ontwerp natuurlijk ook functioneel zijn. ‘Denk hierbij bijvoorbeeld aan een voetbalstadion. Het dak van De Kuip is op een dusdanige wijze geconstrueerd dat er geen pilaren te zien zijn als je in het stadion zit, zodat er geen obstakels zijn voor de toeschouwers.
Ook wordt er steeds meer gekeken naar duurzaamheid, zoals mogelijkheden om een gebouw gemakkelijk te transformeren naar een andere gebruiksfunctie. En natuurlijk is er aandacht voor het hergebruik van materialen. Dat leer je allemaal in deze minor. Veel bedrijven spelen een actieve rol in deze minor.’
Afstuderen
Arlinde is momenteel bezig met afstuderen. Dit doet ze bij het bedrijf WSP, een groot Canadees bouwkundig bedrijf dat overal ter wereld bouwadviezen geeft. Ze houdt zich nu bezig met proces van het ontwerpen van hoogspanningsmasten. Ook een uitdaging met de combinatie van bouwkunde en civiele techniek.