
‘Mbo-analisten hebben vaak gouden handjes’
De middelbare beroepsopleiding Laboratoriumtechniek is een ontzettend praktische studie, waarbij je breed wordt opgeleid, zegt Brenda van der Rijt. Ze is docent biologie bij mbo-instelling Rijn IJssel en mentor van leerjaar 3 en 4. ‘Je volgt de allround opleiding waarbij je in drie jaar zowel chemisch-fysisch als biologisch wordt opgeleid en de theorie ondersteunend is aan de praktijk. Of je volgt de vierjarige opleiding tot analist, waarbij je na anderhalf jaar basis de keuze maakt voor chemisch-fysisch of voor biologisch-medisch. Daar ga je je dan verder in specialiseren. De theorie is niet alleen ondersteunend aan de praktijk, maar ook verdiepend. Het is een pittige opleiding, wij helpen je daarbij. Op onze school ben je geen nummer, we hebben echt aandacht voor elke leerling.’
Die aandacht begint al voordat de opleiding start. Want iedere leerling die zich aanmeldt voor Laboratoriumtechniek krijgt een intakegesprek. ‘Daarin bespreken we de vooropleiding van de leerling, waarbij we als toelatingseis minimaal hanteren vmbo-kader, vmbo theoretische leerweg, mavo of een overgangsbewijs van havo 4 naar 5. Daarnaast horen we graag wat de motivatie is om voor deze opleiding te kiezen en kijken we naar wat de leerling nodig heeft om de studie met succes af te ronden’, vertelt Anne-Marie Krosse, docent chemie en eveneens mentor van leerjaar 3 en 4.
Praktijk en theorie
Welke opleiding en welke locatie, Arnhem of Nijmegen, je ook kiest, alle studenten starten het eerste jaar gezamenlijk. Daarbij krijgen ze les in drie praktijkblokken: chemie, biologie en algemeen. ‘In het blok algemeen komen de vakken chemie en biologie samen, eigenlijk net als in de beroepspraktijk. Daarnaast komt in dit blok ook werkhouding en veiligheid aan de orde en bereiden we ze voor op de praktijk’, licht Anne-Marie Krosse toe. Aan het eind van het eerste leerjaar krijgen de studenten een bindend studieadvies om de allround opleiding te volgen of een jaar langer door te leren tot analist.
‘Natuurlijk hoort bij al deze praktijkblokken ook een stuk theorie, want je moet een goede basis hebben om veilig aan de praktijk te beginnen’, vult Brenda van der Rijt haar collega aan. Dat is ook de reden dat stages pas na anderhalf jaar aan de orde zijn. Dan zijn de meeste studenten 18 jaar. Met heel veel chemicaliën mag je pas werken als je 18 jaar of ouder bent.
Geen stress over het zoeken van een geschikte stageplek, want die taak nemen de docenten voor hun rekening. ‘Onze opleiding trekt studenten uit een groot gebied aan, van Noord-Limburg tot ver in de Achterhoek. Voor de meeste stageplekken moeten studenten ver reizen. Wij maken daarom de match en proberen ook voor kwetsbare studenten een geschikte stageplek te vinden’, legt Brenda van der Rijt uit.
Gouden handjes
Stages leiden vaak al tot een baan en het komt dan ook regelmatig voor dat de docenten op de diploma-uitreiking hun studenten al kunnen feliciteren. Anne-Marie Krosse: ‘Er is een tekort aan mbo-analisten. Veel studenten willen doorstuderen – ‘We hebben nauw contact met de HAN en zitten in Nijmegen in hetzelfde gebouw. Studenten die willen doorstuderen, kunnen op de HAN in het tweede jaar instromen’- en er komt dus maar een klein deel op de arbeidsmarkt terecht. Dat is best jammer want mbo’ers zijn in een laboratorium vaak degenen met de gouden handjes. Met een diploma chemisch-fysisch kun je later bijvoorbeeld werken in een kwaliteitslab waar je controles uitvoert of onderzoekt of de grondstoffen van een bepaald product daadwerkelijk aanwezig zijn. Of je vindt een baan op een onderzoekslaboratorium waar je onderzoek doet naar de toepasbaarheid van nieuwe producten en nieuwe stoffen. Denk aan een farmaceutisch bedrijf waar je onderzoekt hoe de kwaliteit van medicijnen kan worden verbeterd of Wageningen Universiteit waar je bijvoorbeeld bestrijdingsmiddelen onderzoekt.’
Ook als je kiest voor de richting biologisch-medisch zijn je kansen op de arbeidsmarkt groot, zegt docent Brenda van der Rijt. ‘Alles wat geproduceerd wordt in Nederland behoeft kwaliteitscontrole, van babyvoeding en verf tot een deurklink of duurzame producten. Daar is volop werk in te vinden. Daarnaast kun je in een ziekenhuislaboratorium werken om bijvoorbeeld bloed-, urine-, dna- of weefselmonsters te testen. En ook bij de Gezondheidsdienst voor dieren in Deventer vinden onze studenten een stageplek of een baan.’
Een leven lang leren
Volop kansen dus op een passende baan met een diploma Laboratoriumtechniek op zak. Daarnaast kunnen studenten ook nog een certificaat halen om als technisch onderwijsassistent op een school aan de slag te gaan. ‘We stomen studenten klaar voor hun eerste beroep, maar daarna ligt alles nog open. Je kunt een leven lang leren’, benadrukt Brenda van der Rijt, die daar net als haar collega Anne-Marie Krosse een levend voorbeeld van is. Beiden werkten ze jarenlang als analist, totdat ze wat anders wilden en de overstap maakten naar het onderwijs. Brenda van der Rijt: ‘We zien studenten hier als 16-jarige vaak onzeker binnenkomen en na een paar jaar als gewaardeerd collega vertrekken. Het is fantastisch om die groei te zien.’