
Docent Burgerschap met interesse in autotechniek
Als je weet hoe een auto werkt, of een heftruck en hoe logistiek werkt, dan ligt de wereld voor je open. Daar is Jaser Husseini van overtuigd: ‘Techniek is fantastisch. Het is leuk, je leert heel veel én er is een enorm tekort aan technici. Onze studenten hebben snel een baan en verdienen goed.’
Jaser Husseini (36) is docent Burgerschap en coördinator Voorlichting bij de mbo-opleidingen Autotechniek van ROC Nijmegen. Hij laat enthousiast de werkplaats in het pand aan de Energieweg zien waar studenten werken aan personenauto’s en trucks. ‘Kijk, de meeste studenten lopen met een glimlach op hun gezicht rond of zijn geconcentreerd aan het werk, omdat ze doen wat ze leuk en interessant vinden.’
Mbo Autotechniek: theorie en praktijk
De mbo-opleidingen Autotechniek beginnen bij niveau 2 en gaan tot en met niveau 4. Met de niveau 2-opleiding op zak ben je Basistechnicusvoertuigen en mobiele werktuigen en kun je als monteur aan de slag in bijvoorbeeld een garagebedrijf. Op niveau 4 word je opgeleid tot Technisch specialist voertuigen en mobiele werktuigen en word je bijvoorbeeld bedrijfsleider van de werkplaats bij een garagebedrijf. Voor alle opleidingen geldt dat theorie en praktijk hand-in-hand gaan.
Trots op technisch vak
‘Bij autotechniek krijgen onze studenten bijvoorbeeld theorielessen over hoe remmen werken en meteen daarna gaan ze naar de werkplaats om in de praktijk te zien en te leren hoe remmen werken’, legt Jaser Husseini uit. ‘Het leuke van deze opleidingen is dat je aan echte auto’s, vrachtwagens en heftrucks werkt. Daar leer je enorm veel van. Onze studenten zijn trots op hun vak.’
Voorlichting en meeloopdagen
Jaser Husseini benadrukt dat goede voorlichting door middelbare scholen heel belangrijk is. Hij raadt jongeren en hun ouders aan de Open Dagen te bezoeken. ‘Jongeren die nadenken over een technische opleiding kunnen bij ons ook meeloopdagen doen. Dan ontdekken ze in de praktijk of dit de opleiding is die hun interesse heeft.’
Dat geldt voor jongens én meisjes, beklemtoont Jaser Husseini. ‘Het is een vooroordeel dat meisjes niet technisch zijn. Onze meiden zijn juist super technisch en kiezen heel bewust voor een technische opleiding.’
Gevlucht uit Afghanistan
Zelf heeft Jaser Husseini die goede voorlichting gemist. Hij kwam als 11-jarige vluchteling in 1998 met zijn ouders vanuit Afghanistan aan in Nederland. ‘We zijn gevlucht voor de Taliban. We spraken geen Nederlands en wisten niet hoe de Nederlandse maatschappij werkte. Nederlands heb ik vrij snel geleerd, maar dat techniek een vak was en dat daar opleidingen voor waren daar had ik geen idee van’, vertelt Jaser Husseini. Hij werd op een vmbo-praktijkopleiding geplaatst, stapte na drie maanden over naar een vmbo-opleiding administratief medewerker en volgde die twee jaar.
Docent Geschiedenis
Uiteindelijk deed hij de eenjarige middelbare VaVo-opleiding. Daar had Jaser Husseini goede gesprekken met een docent over zijn toekomst en wat hem interesseerde. ‘Ik dacht aan een rechtenstudie, omdat ik wilde weten hoe gerechtigheid in Nederland in elkaar zat. Na mijn bachelor wist ik dat ik van rechten niet gelukkig werd. Mijn vader was monteur en zag indertijd techniek niet als een goede toekomst. Hij vond het belangrijk dat ik ging studeren. Zo ben ik de opleiding voor docent geschiedenis gaan doen.’
Vacature opleidingen Autotechniek
Als docent geschiedenis bij ROC Nijmegen zag Jaser Husseini na enkele jaren een vacature voor docent Burgerschap bij de opleidingen Autotechniek. ‘Dat wil ik, dacht ik. Ik ben altijd met techniek bezig geweest. Ik sleutelde bijvoorbeeld aan auto’s, maar zag dat als hobby. Ik geef geen techniekles, maar leer van mijn studenten over techniek’, klinkt het met een lach.
In het vak Burgerschap kan Jaser Husseini zijn kennis over geschiedenis kwijt. Studenten leren er over politiek, sociaal maatschappelijke onderwerpen, economie en vitaal burgerschap. ‘Het is belangrijk dat je iets van je geschiedenis weet. Onderwerpen zoals de Holocaust-ontkenning, daar ga ik direct mee aan de slag. Uiteindelijk gaat het erom hoe je als burgers in de maatschappij met elkaar samenleeft.’