Het gedrag van grond
Bouwen in het oosten van het land vraagt minder voorbereiding, want zandondergrond is vaak stabiel genoeg. In het westen bestaat de bodem uit klei en veen en moet je altijd oplossingen bedenken en technieken toepassen voordat je start met bouwen. Dat geldt niet alleen voor gebouwen, maar ook voor dijken, waterkeringen en snelwegen. In een kleilaag kun je bijvoorbeeld met een verticale drainagetechniek genoeg water verwijderen, waardoor die ook stabiel wordt om op te bouwen.
‘Vanuit mijn achtergrond als geoloog haal ik enorm veel voldoening uit deze toegepaste wetenschap van land- en watermanagement’, zegt Karen Leever, docent Geotechniek aan de Hogeschool Van Hall Larenstein in Velp. Ze verdiept zich het liefst in de grotere bouwwerken. Zoals het ontwikkelen van verbeterplannen voor de 1.500 kilometer dijken en waterkeringen in ons land. Die zijn ooit gebouwd om 100 jaar mee te gaan. Met de huidige klimaatveranderingen zijn versterkingen heel urgent geworden. Want de zeespiegel stijgt en de grond van Nederland daalt.
Geotechniek
Om te starten met bouwen moet je kunnen inschatten en berekenen wat het gedrag is van de grond als die opeens wordt belast met een gebouw, een snelweg of een dijk. Gaat die zakken en zo ja, hoeveel dan en hoe snel? Als je dat niet goed doet, verzakt later bijvoorbeeld de straat waardoor wateroverlast ontstaat of breken aansluitingen van de gebouwde huizen af. Geotechniek is nodig om onze bouwwerken stabiel en onze voeten droog te houden. Daar zijn we in Nederland goed in.