

Nanotechnologie en rondzwervende siliconen
Carrière Henry Dijkman
Henry Dijkman werkt als wetenschappelijk docent pathologie/ziekteleer bij het Universitair Medisch Centrum Nijmegen (UMCN) en als docent cel-, weefsel- en ziekteleer bij het HAN-Academie voor Toegepaste Biowetenschappen en Chemie. ‘Mijn opleidingscarrière loopt via mbo en hbo naar de universiteit, waar ik werkte als onderzoeker’, vertelt Henry Dijkman.
Hij ging onderwijs geven aan studenten steeds leuker vinden en promoveerde. ‘Sinds 2007 vervul ik met mijn aanstelling bij de universiteit en de hogeschool een brugfunctie tussen twee benaderingen. Bij het UMCN ligt de nadruk meer op fundamenteel wetenschappelijk onderzoek, terwijl bij de HAN het toepassen van wetenschappelijk onderzoek belangrijker is.’
Nanotechnologie
Henry Dijkman is gespecialiseerd in nanotechnologie. ‘Ik geef college en leid studenten van de HAN-opleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek op in het doen van praktisch onderzoek naar hoe ziektes zich ontwikkelen, bijvoorbeeld kanker. Dat onderzoek doen we met licht- en elektronenmicroscopie, op het niveau van cellen en organellen.’ Organellen zijn een soort van organen in een cel met een specifieke functie.
Wetenschappelijk onderzoek
Een goed voorbeeld is het onderzoek naar siliconen in het menselijk lichaam, waarmee Henry Dijkman wereldwijd in de schijnwerpers staat. Via een speciaal ontwikkelde methode, de zogenaamde 3-Fasentechniek, heeft Henry Dijkman met zijn team van studenten ‘rondzwervende’ siliconen aangetoond in het lichaam van vrouwen met borstimplantaten. De kwestie is nu: zijn deze siliconen gevaarlijk? Ja, zegt Henry Dijkman.
‘Goed wetenschappelijk onderzoek doen is belangrijk. Onze studenten zijn de onderzoekers van de toekomst. Zij gaan straks laboratoriumwerk doen in ziekenhuizen en bedrijven’, benadrukt Henry Dijkman.
Als docent begeleidt hij studenten tijdens hun opleiding bij het verwerven van kennis op hun vakgebied. Dat is niet het enige: ‘Het is ook belangrijk dat studenten in teams leren samenwerken. Wetenschappers werken namelijk nooit alleen.’