Sybrine Bultena, ze is onderzoeker bij het Donders Instituut

Wetenschappelijk taalkundig onderzoek

Sybrine Bultena is docent taalkunde en onderzoeker aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Haar onderzoek richt zich met name op het aanleren van een tweede taal en de invloed die de eerste taal daarop heeft. Ze maakt gebruik van verschillende technieken om precies te kunnen begrijpen wat er in hersenen gebeurt als we een nieuwe taal aanleren. Want hoe vanzelfsprekend het ook lijkt om een zin te kunnen verwerken; in je hoofd is daar heel wat activiteit voor nodig.

In haar onderzoeken kijkt Sybrine bijvoorbeeld naar wat er gebeurt als woorden in een tweede taal hetzelfde klinken als in de eerste taal (ze noemt dat ‘cognaten’) en wat er gebeurt als dat juist niet zo is. Je verwacht dat het gemakkelijk is voor een Duitser die Nederlands leert om zich het woord ‘auto’ eigen te maken. Want in het Duits zeg je ook ‘Auto’. Maar daar komt de invloed van de eerste taal om de hoek kijken; het woord auto gaat goed, maar bij het lidwoord gaat het mis. Het is ‘das Auto’ en daarom denken Duitse studenten dat het ‘het auto’ moet zijn in het Nederlands.

Sybrine: ‘De overlap in talen kan helpen om sneller te leren, maar levert ook valkuilen op. Door je eerste taal heb je bepaalde intuïties, een soort vooringenomenheid, op het gebied van bijvoorbeeld grammatica, waarmee je – juist als talen meer op elkaar lijken – de fout in gaat. Om mijn wetenschappelijk onderzoek te kunnen doen, maak ik onder meer gebruik van EEG, waarmee ik elektrische activiteit in de hersenen kan waarnemen. Aan het verloop van de hersengolven, die je ziet als mensen bezig zijn met taaltaken, kun je veel afleiden.’

Taalkundig hersenonderzoek

Hier wordt het verhaal – hoe talig ook – een beetje technisch: voor haar promotieonderzoek liet Sybrine Duitse deelnemers in het lab op de universiteit plaatjes van voorwerpen zien met het Nederlandse woord erbij. De deelnemers moesten dan het juiste lidwoord kiezen: ‘de’ of ‘het’. Ze kregen een cap (soort mutsje) op met elektroden daaraan verbonden, die hun hersenactiviteit registreerden tijdens deze oefening.

Sybrine legt uit: ‘Ze kregen meteen ook feedback op hun antwoord, of ze het goed of fout hadden. We zagen dat bij cognaten (woorden die hetzelfde klinken) de verrassing groter was als ze een fout maakten dan bij woorden die totaal niet op elkaar lijken. Bij verrassing slaat het signaal van de hersenen meer uit en zie je een hogere piek. We herhaalden de woorden verderop in het testje nog twee keer. Dan zie je in hun hersensignalen weer een piek, maar net iets eerder. Ik noem die piek de ‘oeps’-respons; ze weten – zeker bij de tweede herhaling van een woord – dat ze bij dát woord eerder de fout in gingen en corrigeren zichzelf. Zo zien we dat mensen, die een tweede taal aanleren ook van hun hardnekkige fouten kunnen leren.’

Eye tracking

Naast het gebruik van EEG maken de onderzoekers naar tweedetaalverwerving ook gebruik van bijvoorbeeld eye tracking. Via oogbewegingen is te zien hoe lang iemand fixeert op één woord bij het leren en welke woorden dus sneller opgenomen worden. Sybrine is gebiologeerd door de processen die zich voltrekken in de hersenen tijdens het leren. ‘Het is eigenlijk heel complex wat er gebeurt als je taal moet begrijpen’, legt ze uit. ‘Mijn focus ligt vooral op hoe taal binnenkomt. Denk maar na: je krijgt een signaal, moet dat opvangen, verwerken, omzetten naar een betekenis, samenhang zien tussen woorden en dat gaat allemaal ogenschijnlijk vanzelf in milliseconden. Dat is toch heel fascinerend! Het doel van mijn onderzoek? Uiteindelijk hoop ik een vertaalslag te maken naar de praktijk van het leren, om bijvoorbeeld te weten of het slim is om verschillen in talen expliciet te benoemen of juist niet. Maar zo ver ben ik nu nog niet!’

Gepubliceerd op
11 november 2021
School
Radboud Universiteit Nijmegen
Docent
Sybrine Bultena
Heeft u een mooie technische innovatie of technisch initiatief?
Lever ons content aan en ontvang daarvoor 'free publicity' via Tech Gelderland!