

Werk mee aan levensreddende technologie
Zorgtechnologie vindt Casper Tak een ideale combinatie: het brengt zijn liefde voor techniek en de behoefte aan maatschappelijke impact bij elkaar. ‘Ik heb een bijbaan in de zorg; ik werk met dementerende ouderen. Technologie kan een belangrijke rol spelen voor deze mensen.
Zo heeft een zwaar demente dame heel veel plezier van een mechanische kat die ze kan aaien en ‘verzorgen’. Ik krijg meteen allerlei verbeterideeën voor die kat. Het mooie aan zorgtechnologie vind ik dat je daarmee daadwerkelijk een verschil kan maken in een mensenleven. Soms kan een ontwikkeling zelfs helpen om levens te redden, zoals de reanimatiebabypop.’
Health Concept Lab HAN
In het Health Concept Lab van de HAN bundelen veel verschillende disciplines hun krachten: Industrieel Product Ontwerpen, Elektrotechniek, Werktuigbouwkunde, Technische Bedrijfskunde en Embedded Systems Engineering. Aan de reanimatiebabypop werkten en werken tot op heden zo’n 150 studenten mee.
Het aandeel van Casper Tak is onder meer de ontwikkeling van betere meetsensoren voor compressie en ventilatie. ‘In een testopstelling – met een soort kartonnen brug – bouwden we drie verschillende sensoren waarop gedrukt kon worden’, vertelt hij enthousiast. ‘Zo konden we ervaren of ze niet te agressief of juist te traag reageerden. Op dit moment ben ik bezig met het ontwerpen van printplaten. Ook heel leerzaam!’
De eindgebruikers, studenten Verpleegkunde, zijn eveneens betrokken bij het ontwikkelproces; ze vormen een belangrijk testpanel. Zo wordt de pop elke keer nóg een stukje beter.
Feedback bij reanimeren baby’s
Voor docent Embedded Engineering Systems, Johan Korten, maakt dit project deel uit van zijn promotieonderzoek. Zijn idee voor de bijna levensechte reanimatiebabypop ontstond toen uit een minor – gegeven door een collega – bleek dat er weinig middelen zijn die een goede feedback geven rondom het reanimeren van baby’s.
Johan Korten besloot om zelf reanimatiepoppen te maken; zo heeft hij controle over de variabelen, zoals de manier waarop de gebruiker data kan uitlezen. Bij bestaande, elektronische poppen – gemaakt door een externe producent – ontstonden vraagtekens over de betrouwbaarheid. Daarom bouwde de docent, samen met collega’s, een eigen embedded systeem van printplaatjes en computerchips voor in de reanimatiepop. Daardoor is bijvoorbeeld precies te zien hoeveel lucht iemand inblaast of hoe diep de borstkas wordt ingedrukt.
Johan Korten: ‘Bij het ontwikkelproces zijn heel veel mensen betrokken. Dat gaat zelfs zo ver dat we een neonatoloog van het Radboudumc laten testen of de oefenpop echt genoeg aanvoelt. Ook elke projectgroep van studenten die meewerkt, levert weer nieuwe inspiratie.’
Casper Tak beaamt dat: ‘Je leert veel van elkaar. Maar je bent ook afhankelijk van elkaar. Soms moet je bijvoorbeeld wachten tot een ander zijn ontwerp af heeft of elkaar terugsturen naar de tekentafel. Dat is wel eens frustrerend. Tegelijk is het heel waardevol, omdat je multidisciplinair leert samenwerken. Precies wat werkgevers in de toekomst van je verwachten.’
Het liefst gaat hij na zijn studie aan de slag bij een bedrijf dat innovaties voor de zorgtechnologie ontwikkelt. ‘Er is een grote vraag naar studenten ESE, we zijn vrij schaars. De combinatie tussen het ontwikkelen van hardware én van de software om die te besturen, is erg gewild.’