
‘Echt vet om in een zelfgebouwde zeepkist te rijden’
‘Hé jongens, opstellen! We gaan slalommen’, roept Max Wagener, docent techniek op het Montessori College Groesbeek. Dat hoeft hij geen tweede keer te zeggen. Meteen stellen de twintig teams hun zelfgebouwde skelters in een lange rij op, boven op een glooiing in het golvende landschap ten oosten van Groesbeek tegen de Duitse grens. Vanaf het hoogste punt gaan de skelters een voor een met een aardig vaartje naar beneden. De ene coureur glundert van oor tot oor en neemt ruime bochtjes om de pionnen op het landweggetje. De andere coureur kijkt supergeconcentreerd en rijdt een zo strak mogelijke lijn, alsof hij in een Formule 1-bolide zit op Silverstone.
Het miezert, soms licht en dan weer wat steviger, maar dat mag de pret niet drukken. De leerlingen en de docenten zijn druk in de weer. De eerste rit bevat een remtest, de tweede rit een wielwissel en de derde rit is een slalom. ‘In deze praktijktest gaan we op zoek naar verbeterpunten. Remt en stuurt de skelter goed? En wat kun je doen als dat niet zo is’, vertelt Max Wagener. Hij heeft net met zijn auto voorzichtig een hele rij skelters de heuvel op getrokken.
Fietswielen
Mohammed van het Pro College staat bij een skelter met een stalen motorkap. Aan de voorkant zitten twee kleine wielen, aan de achterkant twee fietswielen, die een beetje schuin naar elkaar toe staan. ‘Dat is voor de snelheid, fietswielen hebben minder rolweerstand. En voor de stabiliteit, om goed te kunnen remmen’, legt hij uit. ‘Het is de enige skelter met fietswielen’, constateert Chris de Klein, docent techniek van het Pro College Nijmegen. Hij tilt de motorkap op: ‘Kijk er zit een echt Mercedes-rempedaal in.’
Mohammed is het sleutelen aan auto’s gewend. Zijn vader heeft een autobedrijf en sinds kort heeft hij samen met twee broers ook een autobedrijf. Hij wil na het vmbo naar ROC Nijmegen om daar Autotechniek te studeren. ‘Alles wat met een auto te maken heeft, wil ik leren.’
Samenwerken en wheely’s maken
Sjoerd stapt na de slalom uit de skelter, die hij samen met vier andere leerlingen van Agora uit Groesbeek heeft gebouwd. ‘Echt vet om in een zelfgebouwde zeepkist te rijden’, zegt hij. De slalom vond hij niet moeilijk, maar het was wel spannend. ‘Ik had gezonde, leuke zenuwen van tevoren’, zegt hij met een lach. Het belangrijkste doel was dat de skelter kon rijden. Sjoerd: ‘En dat hij wheely’s kan maken met zijn voorwielen in de lucht.’
Simon vertelt dat hij de bumper heeft gemaakt en samen met Tim het houten stoeltje op maat heeft gemaakt. ‘Verder hebben we alles samengedaan. We zijn laat begonnen en moesten snel bouwen, maar hij rijdt goed!’
Zowel de leerlingen als techniekdocent Jan-Willem Klerks en coachend docent Tom Linssen noemen de samenwerking onderling als een van de leukste onderdelen van het project zeepkist bouwen. ‘De leerlingen hebben op een leuke manier kennis gemaakt met techniek en hebben zichzelf verbaasd met het resultaat’, zegt Jan-Willem Klerks. Tom Linssen is ook enthousiast: ‘De skelter is een uniek ding geworden. Waar de leerlingen zelfs na schooltijd aan gebouwd hebben. Ze zijn echt een team geworden.’
Vraag Sterk Techniekonderwijs
Bedenk een project om leerlingen in het voortgezet middelbaar onderwijs (vmbo) en middelbaar onderwijs (mbo) enthousiast te maken voor techniek, was de vraag van de werkgroep Sterk Techniekonderwijs Regio Nijmegen aan het begin van het schooljaar. Max Wagener, docent techniek op het Montessori College Groesbeek wist het meteen: zeepkisten bouwen. Of beter gezegd: serieuze raceskelters, waarbij leerlingen met hout en metaal aan de slag kunnen. Bij het construeren van de wielen, het stuur, het chassis en de remmen komen ze immers vanzelf in aanraking met verschillende technieken.
Volgend jaar weer!
Samen met Sam Heemskerk, docent techniek bij ROC Nijmegen en Chris de Klein van het Pro College Nijmegen ging Max Wagener aan de slag onder het motto Leren is ontdekken door dingen te doen. Een aantal technische bedrijven uit de regio steunt het project, bijvoorbeeld door materialen te leveren, zoals wielen en onderdelen. ‘Leerlingen komen op een speelse, uitdagende manier in aanraking met allerlei technieken’, zegt Max Wagener. ‘Het is echt High Impact Learning: leerlingen willen iets bouwen, dus moeten ze zoeken naar oplossingen. Al doende ontdekken ze dat ze zichzelf vaardigheden en technieken moeten aanleren en dan gaat het ineens razendsnel.’
‘Wat ons betreft worden er volgend schooljaar weer nieuwe raceskelters gebouwd. ‘We hopen dat de Racecar Challenge volgend jaar wel kan doorgaan. Wij zijn er al klaar voor en doen zeker mee.’