‘Wel cool, experimenteren in een echt lab’

Wat voor voedingsstoffen zitten er in yoghurtdrank? Hoe toon je stoffen aan? Vmbo-leerlingen van het Candea College in Duiven zijn ‘op werkbezoek’ in het laboratorium van ROC Rijn IJssel in Arnhem. Ze doen verschillende experimenten als onderdeel van het nieuwe keuzevak Voeding, Hoe maak je het? ‘Wel cool, experimenteren in een echt lab.’

Lieke en Anastacia zijn in de weer met een pipet om melk en yoghurt te verdunnen met zoutwater. Ze hebben allebei een witte jas aan en een veiligheidsbril op. De vloeistoffen belanden via de pipet in reageerbuisjes. ‘Ik vind het leuk om proefjes te doen’, zegt Lieke. ‘Het is wel cool, experimenteren in een echt lab.’

Leerlingen van het Candea College in Duiven bezoeken de lab-opleidingen van het Rijn IJssel College

Samen met nog negen leerlingen van vmbo-school het Candea College in Duiven zijn Lieke en Anastacia te gast in het laboratorium van roc Rijn IJssel in Arnhem. Ze doen mee aan de eerste serie lessen van het nieuwe vmbo-keuzevak Voeding, Hoe maak je het?
Joyce van der Linden en haar collega Robert Koenders, docenten Natuurkunde en Techniek bij het Candea College, hebben dit nieuwe keuzevak samen met collega-docenten Bernward Welling (Chemie en Natuurkunde) en Ruud Boertjes (Biologie) van de mbo-opleiding Laboratoriumtechniek van het Rijn IJssel ontwikkeld. Het nieuwe keuzevak laat zien dat De regio als klaslokaal wordt ingericht, dit gebeurt met gelden van Sterk Techniekonderwijs (STO) regio Arnhem. Het doel is vmbo-leerlingen kennis te laten maken met techniek. Zo ontdekken ze hun eigen talenten en welke mogelijkheden een technische opleiding te bieden heeft. Er is veel vraag naar technisch opgeleid personeel bij bedrijven op de regionale arbeidsmarkt. De samenwerking tussen het Candea College en het Rijn IJssel is een pilot, de opzet is om het nieuwe keuzevak volgend schooljaar ook op andere vmbo-scholen in de regio Arnhem aan te bieden.

Yoghurtdrank analyseren

Rijn IJssel-docenten Bernward Welling en Ruud Boertjes hebben twee lessen op het Candea College gegeven, voordat de leerlingen zelf in het lab aan de slag gaan. Ze hebben alvast de eerste beginselen van laboratoriumtechniek met ze doorgenomen. En de scholieren verteld dat er verschillende opleidingen zijn, zoals de Allround laborant (3 jaar), Chemisch fysisch analist (4 jaar) en Biologisch medisch analist (4 jaar). Als laborant kun je op verschillende plaatsen werken en onderzoek doen, bijvoorbeeld in een ziekenhuis, bij allerlei bedrijven, zoals Campina (voedingsindustrie), Teijin Aramid (kunstvezels) of HyetSolar (oprolbare zonnecellen).
Bij hun bezoek aan het laboratorium van het Rijn IJssel gaan de Candea-leerlingen zelf aan de slag en doen ze verschillende experimenten. ‘Het idee is om een yoghurtdrank te analyseren. Via experimenten stellen de leerlingen vast welke voedingsstoffen in de yoghurtdrank zitten’, legt Bernward Welling uit. ‘Denk aan suiker, eiwitten, vitamine C, calcium en zetmeel. Sommige stoffen kun je aantonen met bepaalde kleuringen.’
Voordat de proefjes van start kunnen, maken de leerlingen monsters, waarbij ze de yoghurtdrank verdunnen. Sanneke en Dayna zijn daar geconcentreerd mee bezig. Ze zetten de reageerbuisjes met verdunde yoghurtdrank in de vortex, een trilapparaat. ‘Daardoor mengt het goed’, verklaart Dayna. Sanneke vertelt enthousiast dat ze natuurkunde en scheikunde heel leuk vindt. Ze kijkt nieuwsgierig rond in het laboratorium: ‘Dit is een ervaring die je niet vaak krijgt op school.’
De leerlingen hebben allemaal een praktijkbundel waar de negen experimenten die ze doen stap voor stap in staan beschreven. ‘Het is een korte uitleg, waarna ze meteen aan de slag kunnen’, zegt Bernward Welling. ‘De waarnemingen schrijven ze op in het boekje.’

Atomaire Absorptie Spectrometrie (AAS)

Mark en Mads hebben hun oplossing klaar en gaan met Bernward Welling naar een groot apparaat. ‘In dit apparaat zie je een vlam, die verkleurt wanneer er vloeistof doorheen gaat. Dit apparaat meet heel nauwkeurig de concentratie van de stof calcium in milligram per liter. Het apparaat heet Atomaire Absorptie Spectrometrie’, legt de docent uit. ‘Probeer maar.’
Mads schudt de vloeistof, waarna Mark er een slangetje in doet dat aan het apparaat wordt bevestigd. ‘Je moet het slangetje goed diep in de vloeistof doen, anders zuigt het lucht aan en kloppen je waardes niet’, waarschuwt Bernward Welling. Een paar tellen later licht de vlam op en verschijnt er een getal op een venstertje in het apparaat. De jongens kijken er gebiologeerd naar en schrijven de waarde nauwkeurig op. Ze herhalen het experiment met verschillende vloeistoffen. Mark denkt dat hij later iets met techniek of economie gaat doen. ‘Van jongs af vind ik solderen leuk om te doen.’ Mads vindt de proefjes leuk om te doen. Hij wil iets met sport doen: ‘Ik wil graag de hele dag bezig zijn.’
Docent Joyce van der Linden komt even bij de jongens kijken en laat zich uitleggen hoe het apparaat werkt. ‘O, de golflengte van de lichtflits bepaalt de hoeveelheid calcium? Dat is dan natuurkunde’, constateert ze. Mads en Mark knikken. Ze hebben de metingen die ze hebben gedaan vertaald in een grafiek.

Bacteriën tellen

Dayna en Sanneke zijn inmiddels bezig om 1 milliliter yoghurtdrank te verdunnen met 9 milliliter zoutoplossing. In een petrischaaltje ontstaat een klein plasje vloeistof. ‘De yoghurtdrank is nu tien keer verdund’, legt docent Ruud Broertjes uit. ‘Als je dit herhaalt, dus als je deze vloeistof mengt met nog een keer negen milliliter zoutoplossing, dan is de yoghurtdrank honderd keer verdund.’
Bij de verdunde yoghurtoplossing doen Dayna en Sanneke wat agar, een voedingszout voor bacteriën. De petrischaaltjes worden afgedekt met plasticfolie en worden 24 uur bewaard in een stoof van 37 graden Celsius. Na 24 uur gaan ze in de koelkast om ze te bewaren tot volgende week. ‘Dan kunnen we volgende week bacteriën tellen’, zegt Ruud Broertjes opgewekt. Sanneke kijkt hem onderzoekend aan en schiet dan in de lach: ‘Ik hoop niet dat er veel in zitten, anders drink ik nooit meer yoghurt.’
De Candea-leerlingen krijgen vervolgens een rondleiding van Ruud Boertjes door verschillende laboratioria van Rijn IJssel. ‘Hier zijn we in het chemisch lab, we hebben ook een instrumenteel lab en een biologisch lab.’ De leerlingen zien een kast vol microscopen en komen ook in de ruimte van de TOA’s, de technisch onderwijs-assistenten. De TOA’s doen de voorbereidingen voor de experiomenten die de mbo-leerlingen doen. ‘Op deze school kun je ook een opleiding doen om TOA te worden’, vertelt Ruud Broertjes.

Spruit met jonkies

Het derde lab waar ze komen is het biologiosche laboratorium. Daar staan in een speciale ruimte met constante temperatuur en vochtigheidsgraad allemaal bakjes met groene sprietjes in keurige rijen in een kast. De leerlingen kijken nieuwsgierig in de bakjes en dan met een vragende blik naar Ruud Boertjes. ‘Dit zijn jonge uitlopers van okselknoppen van spruiten in een speciale voedingsbodem’, verklaart hij. ‘Achter ieder blaadje van zo’n spruitje zit een jonkie.’
De biologiedocent wijst op een andere plank met bakjes met groene stipjes. ‘Dat zijn de jonkies.’ ‘Dus dat zijn babyplantjes’, reageert een van de leerlingen. ‘Ja, precies’, vervolgt Ruud Boertjes. ‘Uit één spruit kun je wel tien of meer jonkies kweken. Als je tenminste steriel werkt. Zo kun je van een klein beetje plant in het lab heel veel planten maken.’

Gepubliceerd op
21 januari 2021
Heeft u een mooie technische innovatie of technisch initiatief?
Lever ons content aan en ontvang daarvoor 'free publicity' via Tech Gelderland!